description

Albert van Alckemade (Haarlem)

Een ananas beker, Albert van Alckemade (werkzaam te Haarlem, 1615-1625), Haarlem, 1620

gegraveerd op de bovenlip: MAETHEVS VAN HAMME 1619

Provenance

Collectie W.J.R. Dreesmann (1885 - 1954), Amsterdam;
Via vererving aan zijn nabestaanden, tot aan
Zijn veiling, Frederik Muller & Cie, Collection de feu de M. W.J.R. Dreesmann, Tableaux, Dessins, Miniatures, Brévaires, Argenteries, Meubles, Pendules, Sculptures, Bronzes Dorés. Etc., 22-25 March 1960, lot 549;
Kunsthandel A.C. Beeling, Leeuwarden, 1986;
Particuliere verzameling, Nederland.

Literature

Frederik Muller & Cie, Deuxième Catalogue de la Collection de feu de M. W.J.R. Dreesmann, Tableaux, Dessins, Miniatures, Brévaires, Argenteries, Meubles, Pendules, Sculptures, Bronzes Dorés. Etc., 22-25 March 1960, lot 549, p. 8 (foutief gedateerd V=1617);
A.C. Beeling, Nederlands Zilver, 1600-1813, vol. III, p. 48, afb. p. 49;
Karel A. Citroen, Haarlemse Zilversmeden en hun merken, Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem, 1988, n° 20, p. 34 (het meesterteken van de zilversmid en een opgave van zijn productie, deze tazza); p. 144, n° 11, afgebeeld.

Detail Description

De ronde cuppa voorzien van drie rijen lobben onder een gladde bovenrand, het onderste deel met langwerpige lobben en staande op een slanke stam omgeven door drie gekrulde steunen met drakenkoppen, het geheel rustend op een ronde, getrapte en bolvormige voet, gedreven met blad- en bloemwerk, omgeven door een rand van gestileerde bloemblaadjes.

Ananasbekers zoals deze werden in de jaren tussen 1600 en 1630 eveneens vervaardigd in andere steden, m.n. in de provincies Holland en Zeeland.

Albert van Alckemade werd circa 1580 geboren als zoon van Jacob van Alckemade, die ook als zilversmid te Haarlem werkzaam was en N. van Beynsdorp. Hij trouwde in 1622 en overleed na 1626. Hij was tweede keurmeester in 1615 en deken van het Haarlemse gilde in 1618 en 1624. Hij was eerste keurmeester in 1619 en 1625. In 1616 heeft hij een geschil met Pieter van Quinckenlenberg over een leverantie van gouden voorwerpen. In 1626 laat hij ter gelegenheid van zijn voornemen om met zijn gezin naar Italië te vertrekken een inventaris van zijn gereedschap en boedel opmaken.



Maetheus van Hamme

Een Matheus Jacopsz van Hamme wordt in 1607 vermeld in het register van prijswinnaars in de loterij ten bate van het Oudemannenhuis te Haarlem.

Matheus van Hamme, geboren in 1572 te Halluin (Halewijn, Vlaanderen, thans Département du Nord, Frankrijk), moet kort vóór 17 juli 1619 overleden zijn, want dan wordt Martijntgen Plumoens vermeld als zijn weduwe (Erfgoed Leiden, Notarieel Archief, notaris Pieter Dircxz van Leeuwen, inv. nr. 233, akte 14); zij hertrouwde niet lang daarna en ging op 8 januari 1620 te Leiden in ondertrouw met Pieter de Latere, ‘coopman van wolle’ en tevens ouderling van de Waalse Kerk te Leiden, weduwnaar van Tanneken Rasson.



W.J.R. Dreesmann

Wilhelmus Josephus Rudolphus (Willem) Dreesmann (1885 Amsterdam 1954) was bestuursvoorzitter van Vroom & Dreesmann Nederland Coöperatieve Handelsonderneming GA. Hij was de oudste zoon van Anton Dreesmann, de oprichter van Vroom & Dreesmann (V&D). De rijke en zeer vrome zakenman was een grote begunstiger van de Katholieke Kerk.

Nederland eerde hem met een benoeming tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ook ontving hij verschillende pauselijke onderscheidingen; in 1926 werd de titel van ‘pauselijk graaf bij eerstgeboorte’ aan Dreesmann verleend. Voor het aannemen van dit adeldom werd in Nederland geen toestemming gevraagd. De nieuwe edelman kon nu worden bevorderd tot de rang van cameriere segreti di spada e cappa (geheim kamerheer met Kap en Degen). Een dergelijke, voor edellieden gereserveerde, benoeming verplichtte de kamerheer in beginsel tot dienstbaarheid aan het pauselijk hof.

Willem Dreesmann was gehuwd met Anna Maria Alphonsa Peek, dochter van Johann Theodor Peek (oprichter van Peek & Cloppenburg). Het paar kreeg zeven kinderen waaronder de jurist Theodoor Johann Anton Willem (pauselijk graaf) Dreesmann, die hem opvolgde, de naaldkunstenares (pauselijk nobile) Cécile Dreesmann en de zakenman (pauselijk nobile) Prof. Dr Drs Anton C.R. Dreesmann.

Dreesmann was tijdens zijn leven een groot kunstkenner en liefhebber van muziek. Hij verzamelde zeer breed en bracht in de eerste helft van de 20e eeuw een verzameling schilderijen, tekeningen, grafiek en boeken met betrekking tot Amsterdam bijeen. Daarnaast legde hij zich toe op klokken, muziekinstrumenten, munten en penningen, porselein, goud- en zilverwerk. Zijn woonhuis aan de Johannes Vermeerstraat 2 richtte hij in als Museum Dreesmann en stelde het in 1950 voor het publiek open. Zijn verzameling tekeningen en prenten was de laatste particuliere collectie van deze kwaliteit en omvang die in de twintigste eeuw werd gevormd.