A. Aardewerk Antiquair Juwelier

Zilver

description

Het komfoor met parelranden en drie bol-klauwpootjes heeft een handgreep die uit ebbenhout gedraaid is. In het koperen binnenbakje werden smeulende kooltjes of turf gedaan die uit de open haard geschept werden. Het koper voorkomt dat het zilver door de hitte zou worden aangetast. Het komfoor werd op tafel gezet in de rokerskamer zodat de lange Goudse pijpen op enige afstand konden worden aangestoken.
In de gegraveerde voorstelling op de zijkant is, in een schild de beschermengel van het Schermeer weergegeven. Hieromheen staan, aan de linkerzijde attributen die verband houden met het water een visnet, pikhaak, hengel, viskorf en een boomstok. Aan de rechterkant attributen die op het land betrekking hebben een zeis, hand-eg, korenaren, kaaston, boterton, mand en schouderjuk. 
Onder het schild zijn een hooivork en een spade gegraveerd om de aanleg van de dijken te vertegenwoordigen en boven op het schild zitten twee honden die de trouw verbeelden met daartussen een bundel rietpluimen. 

Sinds het einde van de 16e eeuw tot in de eerste helft van de 17e eeuw, werden diverse Noord-Hollandse meren zoals de Zijpe, de Wieringerwaard, de Beemster, de Purmer en de Heerhugowaard drooggemalen. Als laatste werd in 1633 begonnen met het Schermeer, een gewaagde onderneming vanwege het formaat van 4700 ha en diepte van vier meter beneden NAP. 
Met 52 windmolens werd volgens de beproefde trapbemaling het Schermeer in twee jaar drooggelegd. Weer twee jaar later waren de eerste stolpboerderijen in de nieuwe polder gereed[1]. Eén van de redenen tot drooglegging was de steeds smaller wordende Huygen dijk die niet alleen bescherming tegen het water vormde maar ook, tot 1855, de enige verbindingsweg over land was tussen de Zaanstreek en Alkmaar en anderzijds Hoorn en Purmerend. Daarnaast speelde het beleggingsaspect een grote rol. Het drooggemalen land werd verkaveld en vervolgens verpacht voor agrarische doeleinden.

In 1792 werd dit komfoor besteld door de dijkgraaf en heemraden van de Schermer die het in 1793 schonken aan de dominee met de toepasselijke naam, Ds Jakobus Weldijk. Deze predikant voor de Noord-Schermer werd in 1763 in Haarlem geboren. In augustus van 1793 had hij het op hem gedane beroep uit Gorcum afgeslagen en zich beschikbaar gesteld voor het college van de Schermer. Als blijk van dank hiervoor besloten dijkgraaf en heemraden, Jacobus Weldijk een cadeau in zilver ofwel een verhoging van diens salaris te geven, geheel te betalen uit de eigen beurzen van de heren. Dijkgraaf Bucerus moest een en ander uitvoeren. Kennelijk was men erg gesteld op dominee Weldijk en wilde men hem niet aan Gorcum verliezen.

Tijdens de vergadering van 12 oktober 1793 kwam een brief ter sprake, die Jacobus Weldijk op 27 september had geschreven. Hierin dankte hij voor “…het aangename present silver, bestaande in een zilvere tabaks doos (tabakspot) twee dito comphoire en twee dito schenkblaaden.” Een aanzienlijk geschenk waarvan dit komfoor het enige stuk is wat nog bekend is.
Jacobus Weldijk kocht later, ca 1824, twee kavels in de toen alweer bijna twee eeuwen oude polder.

 

Het komfoor van de Schermer

Dit elegante komfoor verteld over de rijke geschiedenis van inpolderingen van Noord-Holland. Op de zijkant is een gegraveerde voorstelling aangebracht met de tekst: “Schermeers Beschermer”. In 1792 werd dit komfoor besteld door de dijkgraaf en heemraden van de Schermer die het in 1793 schonken aan de dominee met de toepasselijke naam, Ds Jakobus Weldijk. De Amsterdamse zilversmid Martinus Logerath maakte het in 1792.

Contact

A. Aardewerk Antiquair Juwelier

The Hague

www.aardewerk.com