Een groot deel van de bevolking had genoeg van het regentenbestuur, dat als corrupt en zelfzuchtig werd ervaren. Stadhouder Willem V moest het ontgelden: hij zou nauwelijks opkomen voor de belangen van het volk. Er ontstond een scherpe tweedeling: de patriotten — die zichzelf als ware vaderlanders beschouwen — versus de orangisten, de trouwe aanhangers van de stadhouder. 

De Kezen en de zwijnen
De Dordtse pensionaris Cornelis (Kees) Gijselaar, was een fel patriot en werd een van de leidende figuren van de patriottische beweging. Dankzij zijn voornaam werden de patriotten op spotprenten afgebeeld als keeshonden. De patriotten namen dit als symbool over wat hen de naam Kezen opleverde. Zij verspreidden op hun beurt spotprenten en anti-oranje uitingen waarop de stadhoudersgezinden werden afgebeeld als zwijnen.

Zilveren symbolen
De patriotten versierden gebruiksvoorwerpen en sieraden met de Hollandse maagd of een keeshond. De orangisten kozen voor de oranjeboom of portretten van Willem V en zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen.
Naast de verschillende zilveren draagtekens in deze collectie zijn de symbolen ook terug te zien op de zilveren loderein- en snuifdozen en zelfs op suikerstrooilepels. 

Riskant
Dat deze voorwerpen een riskant bezit waren, blijkt uit een verbod uit 1784: het bezitten of dragen van zulke tekens kon zelfs met de dood worden bestraft. Het verklaart waarom deze objecten zelden een meesterteken dragen — de makers bleven liever anoniem.
Toch zijn er nog voorbeelden van dit zilveren verzet te vinden uit deze woelige periode. Hierin komen persoonlijke overtuiging, politieke strijd en ambachtelijk vakmanschap samen in zilver. 

Een mooiere manier om je politieke voorkeur aan te geven is sindsdien niet meer gemaakt.