description
PROVENANCE
“F. B. Greenstreet, Esq., London (died 1926)
Lewis & Simmons Inc, London, New York, Paris, circa 1926 -1929
Alice Warder Garrett, (1876 – 1952), Evergreen House, Baltimore, from whose collection sold by
Sotheby Parke Bernet, New York, December 2, 1976, lot 250
J. Nackemsohn, London, by 1977
Anonymous sale, Sotheby’s, New York, January 30, 2015, lot 467 where purchased by
Private Collection, and thus by descent
LITERATURE
Ralph Warner, “Gasper Peter Verbruggen“ in Dutch and Flemish Flower and Fruit Painters of the XVII and XVIII Centuries, Mills & Boon, Limited, London, 1928, pp. 218-219, plate 104b, illustrated (from the collection of the late F. Greenstreet, London)
Marie – Louise Hairs, Die Beiden Verbruggen, F. Pallamar, Vienna, 1975, p. 68, no. 52
Marie – Louise Hairs, “Gaspar Pieter Verbruggen le Jeune“ in Les Peintres Flamands de Fleurs au XVIIe Siècle, volume 2, Lefebvre et Gillet, Brussels, 1985, p.57
Alain R. Truong, “Gaspar Pieter Verbruggen” Old Master Paintings, January 12, 2015, illustrated at www.alaintruong@truongalain
EXHIBITED
Pittsburgh, Carnegie Institute of Art, no. 59, (loaned by Lewis & Simmons Inc, New York, circa 1926 – 1929)
Nadat Dr. Fred G. Meijer dit schilderij had gezien, bevestigde hij dat het een werk is van Gaspar Peeter Verbruggen II.
Gaspar Peeter Verbruggen II was de zoon en leerling van zijn vader, de stillevenschilder van bloemen Gaspar Peeter Verbruggen I. Hij was pas dertien jaar oud toen hij zich in 1677 aansloot bij het Antwerpse gilde. In 1691 werd hij gekozen tot deken van het gilde en tussen 1694 en 1702 bekleedde hij die functie nog vier keer. Tot zijn leerlingen behoorden onder anderen Pieter Frans Casteels, zijn halfbroer Balthasar Hyacinth Verbruggen en zijn neef Hieronymus Galle. Hij leefde extravagantly tot 1703, toen hij voor zijn schuldeisers moest vluchten, eerst naar Amsterdam en later naar Den Haag. In 1708 werd hij lid van de Confrerie Pictura in Den Haag en bleef daar tot 1723. Daarna keerde hij terug naar Antwerpen voor zijn laatste levensjaren.[1]
Verbuggen had als doel ornamentale en zeer decoratieve werken voor interieurs te creëren die letterlijk blikvangers waren, zoals blijkt uit dit schilderij. Te zien is een grote verscheidenheid aan bloemen die overvloedig over het doek lijken te stromen en een gegoten tuinurn op een voetstuk omringen, geplaatst voor een stenen nis. Kenmerkend voor de schilder zijn vaak grote en ronde bloemen, evenals Papegaaitulpen die gedeeltelijk of volledig geopend worden afgebeeld.[2] Toen Ralph Warner dit schilderij publiceerde in zijn boek Dutch and Flemish Flower and Fruit Painters of the XVIIth and XVIIIth Centuries, een van de vroegste boeken over dit onderwerp, merkte hij met name op: “Er is een scherpte van aanraking en een fijnzinnigheid in de schaduwen die zelden wordt gezien”.[3] Andere gesigneerde bloemstukken van Verbruggen bevinden zich in Musée Rupert de Chiévres in Poitiers; The Art Museum Riga Bourse in Letland; en het Staatliches Museum in Schwerin, die ook pendanten bezitten.[4]
De vroegste bekende herkomst van dit Verbruggen-schilderij is het eigendom van de handelaar F. B. Greenstreet van Duke Street, St. James’s, die bij zijn overlijden door The Connoisseur werd beschreven als “een van de meest hartelijke en populaire handelaren”.[5] Daarna werd het verworven door de handel Lewis & Simmons, die in 1860 een partnerschap waren aangegaan en zich specialiseerde in Frans meubilair en oude meesters. Zij hadden galerijen in Londen, Parijs en New York, maar in 1929 werd het bedrijf opgeheven. Hun firma stuurde het Verbruggen-schilderij naar het Carnegie Institute of Art in Pittsburgh voor een tentoonstelling.[6]
De indrukwekkende uitstraling van dit schilderij werd zeker weerspiegeld in de levensstijl van de volgende bekende eigenaar, de filantroop en verzamelaar Alice Warder Garrett. Zij was de vrouw van de rijke carrière-diplomaat John Work Garrett, wiens posten onder andere Den Haag, Luxemburg, Berlijn en Rome omvatten. In 1920 erfden zij Evergreen, een landhuis met 48 kamers en 26 hectare tuinen en bos in Baltimore. Er werkten 51 bedienden in het huis, de stallen en de tuinen. Alice maakte er een architectonisch pronkstuk van en een centrum van hoge cultuur. Ze omringde zich met schrijvers, kunstenaars, dansers, diplomaten, critici en musici. Het huis had ook een eigen theater, waar ze af en toe voor haar gasten optrad. Op een beruchte avond danste ze zo uitbundig flamenco met de bekende interieurontwerper en Baltimoriaan Billy Baldwin dat ze struikelde en op hem viel, waardoor hij zijn been brak.[7]
Toen Alice in 1952 overleed, schonk ze Evergreen en de inhoud ervan aan de John Hopkins University voor gebruik als museum, dat nu zes dagen per week open is voor het publiek. Van 1975-1976 verkocht Evergreen House in een reeks veilingen schilderijen en kunstwerken bij Sotheby Parke Bernet in New York. Het Verbruggen-schilderij werd opgenomen in een veiling op 2 december 1976. Tegen 1977 was het Verbruggen terug in Londen, waar het werd geregistreerd in de collectie van J. Nackemsohn door Marie-Louise Hairs in haar baanbrekende boek uit 1985 over Vlaamse bloemenschilderijen uit de zeventiende eeuw. Later werd het opgenomen in een veiling bij Sotheby’s New York op 30 januari 2015, maar dan zonder het grootste deel van de fascinerende herkomst en zonder de belangrijke wetenschappelijke referenties.
_______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
[1] Biographical information taken from Adriaan van der Willigen & Fred G. Meijer, “Gasper Peeter Verbruggen II“ in A Dictionary of Dutch and Flemish Still-life Painters Working in Oils 1525 – 1725, Primavera Press, Leiden, 2003, p. 203; and Sam Segal & Klara Alen, “Gaspar Peeter Verbruggen II“ in Dutch and Flemish Flower Pieces, volume I, Bril, Hes & De Groot, Leiden, 2020, p. 590.
[2] Sam Segal & Klara Alen, op.cit., p. 590.
[3] Ralph Warner, op.cit., p. 219.
[4] Sam Segal & Klara Alen, op.cit., p. 591.
[5] “In the Salesroom”, in The Connoisseur, vol. LXXXVII, January – April 1927, London, p. 173.
[6] “Lewis & Simmons” on Antique Dealers: the British Antique Trade in the 20th Century, University of Leeds, at antiquetrade.leeds.ac.uk.
[7] Biographical information taken from Brooke Gunning & Molly O’Donovan, Baltimore’s Halcyon Days, Arcadia Publishing, 2000, p. 109; James Karmon, ed., The Collected Letters of Robinson Jeffers, vol. III, Stanford University Press, Stanford, CA, 2015, p. 517; and “High Art & Deep Pockets on Big Old Houses on bigoldhouses.blogspot.com, June 18, 2024.
“F. B. Greenstreet, Esq., London (died 1926)
Lewis & Simmons Inc, London, New York, Paris, circa 1926 -1929
Alice Warder Garrett, (1876 – 1952), Evergreen House, Baltimore, from whose collection sold by
Sotheby Parke Bernet, New York, December 2, 1976, lot 250
J. Nackemsohn, London, by 1977
Anonymous sale, Sotheby’s, New York, January 30, 2015, lot 467 where purchased by
Private Collection, and thus by descent
LITERATURE
Ralph Warner, “Gasper Peter Verbruggen“ in Dutch and Flemish Flower and Fruit Painters of the XVII and XVIII Centuries, Mills & Boon, Limited, London, 1928, pp. 218-219, plate 104b, illustrated (from the collection of the late F. Greenstreet, London)
Marie – Louise Hairs, Die Beiden Verbruggen, F. Pallamar, Vienna, 1975, p. 68, no. 52
Marie – Louise Hairs, “Gaspar Pieter Verbruggen le Jeune“ in Les Peintres Flamands de Fleurs au XVIIe Siècle, volume 2, Lefebvre et Gillet, Brussels, 1985, p.57
Alain R. Truong, “Gaspar Pieter Verbruggen” Old Master Paintings, January 12, 2015, illustrated at www.alaintruong@truongalain
EXHIBITED
Pittsburgh, Carnegie Institute of Art, no. 59, (loaned by Lewis & Simmons Inc, New York, circa 1926 – 1929)
Nadat Dr. Fred G. Meijer dit schilderij had gezien, bevestigde hij dat het een werk is van Gaspar Peeter Verbruggen II.
Gaspar Peeter Verbruggen II was de zoon en leerling van zijn vader, de stillevenschilder van bloemen Gaspar Peeter Verbruggen I. Hij was pas dertien jaar oud toen hij zich in 1677 aansloot bij het Antwerpse gilde. In 1691 werd hij gekozen tot deken van het gilde en tussen 1694 en 1702 bekleedde hij die functie nog vier keer. Tot zijn leerlingen behoorden onder anderen Pieter Frans Casteels, zijn halfbroer Balthasar Hyacinth Verbruggen en zijn neef Hieronymus Galle. Hij leefde extravagantly tot 1703, toen hij voor zijn schuldeisers moest vluchten, eerst naar Amsterdam en later naar Den Haag. In 1708 werd hij lid van de Confrerie Pictura in Den Haag en bleef daar tot 1723. Daarna keerde hij terug naar Antwerpen voor zijn laatste levensjaren.[1]
Verbuggen had als doel ornamentale en zeer decoratieve werken voor interieurs te creëren die letterlijk blikvangers waren, zoals blijkt uit dit schilderij. Te zien is een grote verscheidenheid aan bloemen die overvloedig over het doek lijken te stromen en een gegoten tuinurn op een voetstuk omringen, geplaatst voor een stenen nis. Kenmerkend voor de schilder zijn vaak grote en ronde bloemen, evenals Papegaaitulpen die gedeeltelijk of volledig geopend worden afgebeeld.[2] Toen Ralph Warner dit schilderij publiceerde in zijn boek Dutch and Flemish Flower and Fruit Painters of the XVIIth and XVIIIth Centuries, een van de vroegste boeken over dit onderwerp, merkte hij met name op: “Er is een scherpte van aanraking en een fijnzinnigheid in de schaduwen die zelden wordt gezien”.[3] Andere gesigneerde bloemstukken van Verbruggen bevinden zich in Musée Rupert de Chiévres in Poitiers; The Art Museum Riga Bourse in Letland; en het Staatliches Museum in Schwerin, die ook pendanten bezitten.[4]
De vroegste bekende herkomst van dit Verbruggen-schilderij is het eigendom van de handelaar F. B. Greenstreet van Duke Street, St. James’s, die bij zijn overlijden door The Connoisseur werd beschreven als “een van de meest hartelijke en populaire handelaren”.[5] Daarna werd het verworven door de handel Lewis & Simmons, die in 1860 een partnerschap waren aangegaan en zich specialiseerde in Frans meubilair en oude meesters. Zij hadden galerijen in Londen, Parijs en New York, maar in 1929 werd het bedrijf opgeheven. Hun firma stuurde het Verbruggen-schilderij naar het Carnegie Institute of Art in Pittsburgh voor een tentoonstelling.[6]
De indrukwekkende uitstraling van dit schilderij werd zeker weerspiegeld in de levensstijl van de volgende bekende eigenaar, de filantroop en verzamelaar Alice Warder Garrett. Zij was de vrouw van de rijke carrière-diplomaat John Work Garrett, wiens posten onder andere Den Haag, Luxemburg, Berlijn en Rome omvatten. In 1920 erfden zij Evergreen, een landhuis met 48 kamers en 26 hectare tuinen en bos in Baltimore. Er werkten 51 bedienden in het huis, de stallen en de tuinen. Alice maakte er een architectonisch pronkstuk van en een centrum van hoge cultuur. Ze omringde zich met schrijvers, kunstenaars, dansers, diplomaten, critici en musici. Het huis had ook een eigen theater, waar ze af en toe voor haar gasten optrad. Op een beruchte avond danste ze zo uitbundig flamenco met de bekende interieurontwerper en Baltimoriaan Billy Baldwin dat ze struikelde en op hem viel, waardoor hij zijn been brak.[7]
Toen Alice in 1952 overleed, schonk ze Evergreen en de inhoud ervan aan de John Hopkins University voor gebruik als museum, dat nu zes dagen per week open is voor het publiek. Van 1975-1976 verkocht Evergreen House in een reeks veilingen schilderijen en kunstwerken bij Sotheby Parke Bernet in New York. Het Verbruggen-schilderij werd opgenomen in een veiling op 2 december 1976. Tegen 1977 was het Verbruggen terug in Londen, waar het werd geregistreerd in de collectie van J. Nackemsohn door Marie-Louise Hairs in haar baanbrekende boek uit 1985 over Vlaamse bloemenschilderijen uit de zeventiende eeuw. Later werd het opgenomen in een veiling bij Sotheby’s New York op 30 januari 2015, maar dan zonder het grootste deel van de fascinerende herkomst en zonder de belangrijke wetenschappelijke referenties.
_______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
[1] Biographical information taken from Adriaan van der Willigen & Fred G. Meijer, “Gasper Peeter Verbruggen II“ in A Dictionary of Dutch and Flemish Still-life Painters Working in Oils 1525 – 1725, Primavera Press, Leiden, 2003, p. 203; and Sam Segal & Klara Alen, “Gaspar Peeter Verbruggen II“ in Dutch and Flemish Flower Pieces, volume I, Bril, Hes & De Groot, Leiden, 2020, p. 590.
[2] Sam Segal & Klara Alen, op.cit., p. 590.
[3] Ralph Warner, op.cit., p. 219.
[4] Sam Segal & Klara Alen, op.cit., p. 591.
[5] “In the Salesroom”, in The Connoisseur, vol. LXXXVII, January – April 1927, London, p. 173.
[6] “Lewis & Simmons” on Antique Dealers: the British Antique Trade in the 20th Century, University of Leeds, at antiquetrade.leeds.ac.uk.
[7] Biographical information taken from Brooke Gunning & Molly O’Donovan, Baltimore’s Halcyon Days, Arcadia Publishing, 2000, p. 109; James Karmon, ed., The Collected Letters of Robinson Jeffers, vol. III, Stanford University Press, Stanford, CA, 2015, p. 517; and “High Art & Deep Pockets on Big Old Houses on bigoldhouses.blogspot.com, June 18, 2024.
Gasper Peeter Verbruggen II (Antwerpen 1664 - Antwerpen 1723)
Rozen, pioenen, lelies en andere bloemen in een urn op een sokkel voor een stenen nis
gesigneerd rechtsonder Gasper.Pedro. Verbruggen F.
olieverf op doek
126,5 x 105 cm (49 3/4 x 41 3/8 inch)
olieverf op doek
126,5 x 105 cm (49 3/4 x 41 3/8 inch)
Contact
Lawrence Steigrad Fine Arts
New York, NY