description
8 november 1948 markeert een centraal punt binnen de westerse kunstbeweging. In Café Notre Dame in Parijs vormde een groep jonge kunstenaars en intellectuelen het begin van een vernieuwing van de Europese kunstscene. De COBRA-groep was van korte duur, maar beïnvloedde vele komende generaties kunstenaars. Door middel van kunst probeerde de groep de wedergeboorte van de menselijke geest en een primitief gevoel van vitaliteit en creatieve energie te bewerkstelligen. Hun standpunt werd gevormd door de nasleep van de oorlog en wat zij zagen als de stagnatie van de kunst.
De groep probeerde zich los te maken van de toenmalige nadruk op vorm en intellect, en moedigde in plaats daarvan een spontane manier van schilderen aan. Zij putten inspiratie uit de naïeve tekeningen van kinderen en de kunst van primitieve culturen, evenals uit hedendaagse kunstbewegingen zoals Art brut en kunstenaars zoals Jean Dubuffet, Paul Klee en Joan Miró. De kernwaarde die zij nastreefden was het gevoel van onschuld en naïviteit, als een vorm van esthetiek die niet was gecorrumpeerd door de westerse traditie. Hiermee zochten zij een uitdrukking van hoop en optimisme te vinden in contrast met het donkere verleden van het continent.
Karel Appel zou de belichaming van deze ideeën worden. Zijn schilderijen stralen verbeelding en spontaniteit uit, tot uitdrukking gebracht door vrije, vaak wilde penseelstreken en het gebruik van dikke lagen van een levendig scala aan kleuren. Appel zag het proces van schilderen als belangrijker dan het voltooide werk zelf, en werd bekend om zijn spontane en intuïtieve benadering van zijn motieven. In zijn vroege jaren werd hij sterk beïnvloed door de kubistische werken van Pablo Picasso. Samen met zijn vriend en kunstenaar Corneille reisde Appel in het midden van de jaren 1940 naar Luik en kwam in aanraking met de werken van Jean Dubuffet, die beïnvloed waren door kinderen en geesteszieken. Appel was medeoprichter van de Experimentele Groep samen met kunstenaars Anton Rooskens, Theo Wolvecamp, Jan Nieuwenhuijs en Eugène Brands. Deze kunstenaars kwamen later in contact met kunstenaars die dezelfde ideeën vertegenwoordigden in Denemarken en België, wat uiteindelijk leidde tot de vorming van de COBRA-groep.
In 1957 verhuisde Karel Appel naar New York en zette zijn zoektocht naar nieuwe inspiratie voort. De jazzmuzikanten speelden een belangrijke rol in zijn schilderkunst omdat hij vergelijkbare kenmerken vond binnen de COBRA-beweging. Vanaf dat moment bracht hij dikke lagen verf aan, soms rechtstreeks uit de tube, en modelleerde deze met zijn handen.
De groep probeerde zich los te maken van de toenmalige nadruk op vorm en intellect, en moedigde in plaats daarvan een spontane manier van schilderen aan. Zij putten inspiratie uit de naïeve tekeningen van kinderen en de kunst van primitieve culturen, evenals uit hedendaagse kunstbewegingen zoals Art brut en kunstenaars zoals Jean Dubuffet, Paul Klee en Joan Miró. De kernwaarde die zij nastreefden was het gevoel van onschuld en naïviteit, als een vorm van esthetiek die niet was gecorrumpeerd door de westerse traditie. Hiermee zochten zij een uitdrukking van hoop en optimisme te vinden in contrast met het donkere verleden van het continent.
Karel Appel zou de belichaming van deze ideeën worden. Zijn schilderijen stralen verbeelding en spontaniteit uit, tot uitdrukking gebracht door vrije, vaak wilde penseelstreken en het gebruik van dikke lagen van een levendig scala aan kleuren. Appel zag het proces van schilderen als belangrijker dan het voltooide werk zelf, en werd bekend om zijn spontane en intuïtieve benadering van zijn motieven. In zijn vroege jaren werd hij sterk beïnvloed door de kubistische werken van Pablo Picasso. Samen met zijn vriend en kunstenaar Corneille reisde Appel in het midden van de jaren 1940 naar Luik en kwam in aanraking met de werken van Jean Dubuffet, die beïnvloed waren door kinderen en geesteszieken. Appel was medeoprichter van de Experimentele Groep samen met kunstenaars Anton Rooskens, Theo Wolvecamp, Jan Nieuwenhuijs en Eugène Brands. Deze kunstenaars kwamen later in contact met kunstenaars die dezelfde ideeën vertegenwoordigden in Denemarken en België, wat uiteindelijk leidde tot de vorming van de COBRA-groep.
In 1957 verhuisde Karel Appel naar New York en zette zijn zoektocht naar nieuwe inspiratie voort. De jazzmuzikanten speelden een belangrijke rol in zijn schilderkunst omdat hij vergelijkbare kenmerken vond binnen de COBRA-beweging. Vanaf dat moment bracht hij dikke lagen verf aan, soms rechtstreeks uit de tube, en modelleerde deze met zijn handen.
Karel Appel (Amsterdam 1921 - Zürich 2006)
Red Personage
Acrylverf/papier/doek
57 cm x 76 cm
Rechtsonder gesigneerd "Appel"
1975
57 cm x 76 cm
Rechtsonder gesigneerd "Appel"
1975
Contact
Kunstgalerij Albricht
Oosterbeek